Nieuwe sector voor kamermuziek

Stichting Muziek in Huis is opgericht en wordt nog steeds gerund door een professioneel en zeer ervaren musicus. Bij de oprichting in 1999 was de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging (KNTV) nauw betrokken. De stichting richtte zich bij haar oprichting op een voor de professionele klassieke kamermuziek volstrekt nieuwe sector, de zorg- en welzijnssector. Klassieke concerten werden slechts zeer sporadisch gegeven in de sector, waar bingo en optredens van amateurkoren, met name shantykoren en brengers van het levenslied als hoofdvermaak gezien werden. Met alle kennis van nu over – en ervaring met – klassieke muziek voor mensen met dementie is het haast niet voor te stellen dat in de beginperiode van Stichting Muziek in Huis grote scepsis heerste binnen de zorgsector zelf over klassieke concerten in verpleeghuizen.

Pionier

Met trots mogen we zeggen dat we als pioniers sinds 1999 een nieuw groot publiek hebben weten te bereiken en daarmee een nieuw segment aan de Nederlandse kamermuziekmarkt hebben kunnen toevoegen. Als stichting hebben we zelfs aardige navolging gekregen.

Hoogtijdagen

Kamermuziek in Nederland is niet wat het was voor het jaar 2000, toen het Nederlands Impresariaat (NI) nog bijna alle (circa 95% van de) kamermuziek onder haar hoede had, inclusief de (enige) pot subsidie van de overheid voor kamermuziek. In de hoogtijdagen van het NI werden zo’n 4.000 kamermuziekconcerten per jaar gegeven. Het briljante idee van directeur Jan van Waveren om in de tijd van ontkerkelijking koffieconcerten op de zondagochtend te gaan geven, droeg bij aan het succes van het NI.

Onrust binnen de kamermuziek

Het NI werd eind jaren 90 door staatssecretaris voor cultuur en media Rick van der Ploeg (Kabinet Kok II) gezien als monopolist. Wat feitelijk niet onjuist was. De staatssecretaris besloot het NI te ontbinden en de markt voor kamermuziek over te laten aan vraag en aanbod. Dat leidde tot een zeer onrustige periode voor de honderden podia voor kamermuziek in het land. Podia die overigens veelal door vrijwilligers worden gerund. Niet alleen de know-how, maar ook het subsidiepotje van het NI verdwenen en daarmee voor een aantal kleine podia de mogelijkheid om concerten te organiseren. Nieuwe overheidsfondsen – met kleinere budgetten voor de kamermuziek – werden opgezet. Op dit moment is er één groot overheidsfonds: Fonds Podiumkunsten waar zoals de naam al zegt alle sectoren binnen de podiumkunsten bediend worden.

In de marge

De kamermuziekmarkt is de afgelopen jaren zeer veranderd, maar blijft zich – zelfs in meerdere mate dan voorheen – binnen de klassieke muzieksector in de marge bevinden. Van alle kamermuziekconcerten in Nederland werd jarenlang – en ik vermoed nog steeds – zo’n 75% (!) verzorgd door ensembles die eenmalig op een podium optreden en daarna daar nooit meer teruggevraagd werden. Dus na 10, 20 of wat meer concerten houdt het voor de overgrote meerderheid van de jonge ensembles op. En dan praat ik over de ensembles die zeer actief werven. Dit is de realiteit van de kamermuziek in Nederland: alleen een paar grote – en duurdere – namen worden met enige regelmaat door kamermuziekverenigingen en de kleine concertzalen teruggevraagd en de rest van de concerten wordt opgevuld met goedkopere, vaak startende ensembles.

Beleid SMiH

Sinds het begin van de oprichting voert Stichting Muziek in Huis een beleid dat afgestemd is op de bescherming van de positie van musici. Dit met name dankzij het feit dat de stichting gerund wordt door een professioneel musicus en ook professionele musici naast andere vakspecialisten in haar bestuur heeft.
Zo heeft de stichting haar werkterrein goed afgebakend: we organiseren uitsluitend concerten in de zorg- en welzijnssector en dus niet op de reguliere podia. Dit om marktvervalsing te voorkomen. De stichting hanteert één vaste gage voor alle musici met uitzondering van solisten. Maar ook voor solisten geldt weer een vaste gage. Daarnaast gaat de stichting een verbintenis aan met de musici voor niet één concert of één seizoen, maar voor een potentieel lange periode met alleen al in het eerste seizoen 20 of meer concerten. De concerten worden ook op kortere termijn ingepland dan gebruikelijk bij de reguliere podia en vinden op alle dagen van de week en veelal juist ook overdag plaats, waardoor ze niet conflicteren met reguliere avondconcerten. Mochten er toch conflicten met andere werkzaamheden optreden, wordt in overleg gezocht naar vervanging. De planning van de concerten gebeurt op basis van de door de musici zelf aangegeven beschikbare momenten tussen hun andere bezigheden door. De stichting werkt met duidelijke contracten en vaste afspraken omtrent de betaling, die plaatsvindt iedere tweede week van de nieuwe maand.

Gage

Met deze werkwijze heeft Stichting Muziek in Huis op deze nieuwe, weliswaar low budget markt naar ieders tevredenheid al meer dan 10.000 concerten kunnen toevoegen aan de kamermuzieksector. Ondanks het feit dat binnen de zorgsector nauwelijks budget is voor deze concerten en ook subsidies na verloop van tijd weggevallen zijn, is de stichting in staat een vaste gage te hanteren voor een concert van veelal één uur. Een gage die met regelmaat ook op de ‘reguliere’ kamermuziekpodia gehanteerd wordt en die bijvoorbeeld ook min of meer gelijk is aan de gages van remplaçanten in symfonieorkesten voor een repetitie van drie uur.

Audities en workshops

Gelet op het speciale karakter van onze concerten in de zorgsector stellen we – ook in het belang van de musici – hoge eisen aan de programmering, communicatieve vaardigheden en sociale betrokkenheid van de musici. Daarom houden we sinds het jaar 2000 jaarlijks audities, geven we workshops en hebben we duidelijke richtlijnen. Uit de evaluaties van onze concerten blijkt dat er een lineair verband is tussen de kwaliteit van de uitvoeringen, maar ook van de programmering en de (mondelinge) presentatie van de ensembles enerzijds en de mate waarin het publiek genoten heeft anderzijds.

Voldoening en genieten

Om kwalitatief hoogstaande en tegelijkertijd voor de zorgsector betaalbare concerten te kunnen (blijven) aanbieden, is de voldoening die de musici uit de concerten krijgen cruciaal. Voldoening is dan ook een belangrijk criterium.
De musici geven aan van veruit de meeste concerten ‘heel veel’ voldoening te krijgen. Bij 87% van alle geëvalueerde concerten in 2017 wordt de voldoening als ‘veel’, ‘heel veel’ en ‘bijzonder veel’ beoordeeld. Bij 3,3% van de concerten – welgeteld 13 concerten – was de beoordeling ‘niet echt’. Stuk voor stuk was dit te wijten aan geheel afwezig, onrustig of ongeïnteresseerd personeel, waardoor de musici zich niet welkom voelden. Onze oude slogan ‘musici moeten zich thuis voelen en luisteraars uit’ is en blijft geldig!
Bij 92% van alle geëvalueerde concerten in hetzelfde jaar wordt aangegeven dat de luisteraars ‘veel’, ‘heel veel’ en ‘bijzonder veel’ hebben genoten. Bij 43% van de geëvalueerde concerten in 2017 hebben de luisteraars ‘heel veel’ genoten. De een na hoogste beoordeling. In 2017 werden 2 van de 689 concerten beoordeeld met ‘niet echt’ genoten.

499 musici en 201 podia

In 2018 werden 743 concerten gegeven voor 31.700 luisteraars. In de eerste 20 jaren van de stichting hebben welgeteld 499 musici 10 concerten of meer gegeven. Deze musici verzorgden ieder gemiddeld 47 concerten. De concerten vonden plaats op 201 locaties met 10 concerten of meer. Gemiddeld vonden op elk van deze locaties 46 concerten plaats.

Stichting Muziek in Huis
Nico de Gier, directeur

Bijgewerkt december 2018